Skip to main content

STATUTEN

STATUTEN

Artikel 1. Naam en statutaire zetel

  1. De studentenvereniging draagt de naam StudSec, hierna te noemen "StudSec" en "vereniging".
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Amsterdam.

Artikel 2. Doel

  1. StudSec heeft als doel geïnteresseerde studenten wegwijs te maken in de wereld van cyberbeveiliging en hen een gemeenschap te bieden waar ze kunnen socialiseren, netwerken en hun vaardigheden kunnen ontwikkelen, alsmede de bevordering van de onderlinge kennismaking, omgang en ontwikkeling van haar leden, en mogelijkheden tot ontspanning in verenigingsverband te bieden aan haar leden, een en ander in de ruimste zin van het woord.
  2. StudSec tracht dit doel te bereiken door: a. het houden van vergaderingen;
    b. het organiseren van activiteiten, bijeenkomsten en dergelijke, die tot doel hebben de ontwikkeling en/of samenwerking van haar leden te bevorderen;
    c. het oprichten en stimuleren van onderverenigingen en/of commissies, die tot doel hebben de ontwikkeling en/of samenwerking van haar leden op een bijzonder gebied te bevorderen;
    d. een daartoe aan StudSec ter beschikking gesteld pand of ruimte te gebruiken of doen gebruiken ten behoeve van het onder a, b en c vermelde, alsmede voor het bieden van de mogelijkheid voor de leden om elkaar te treffen;
    e. het contact te bevorderen van de leden met andere verenigingen, alsmede instanties en personen in de maatschappij, waarmee tot het bereiken van het in artikel 2.1 genoemde doel kan worden samengewerkt;
    f. alle andere tot het in artikel 2.1 genoemde doel reikende wettige en geoorloofde middelen.

Artikel 3. Duur

  1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
  2. Het verenigingsjaar en het boekjaar van StudSec vallen samen en lopen van één mei van een kalenderjaar tot en met dertig april van het daaropvolgende kalenderjaar.

Artikel 4. Lidmaatschap: gewone leden, ereleden, leden van verdienste, reünisten, donateurs en kandidaatsleden

  1. De vereniging kent gewone leden, ereleden, leden van verdienste, reünisten, donateurs en kandidaatsleden.
  2. Gewone leden zijn zij die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig de inhoud van artikel 5.
  3. Ereleden en leden van verdienste worden op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering benoemd.
  4. Reünisten zijn voormalige leden, die na verloop van het lidmaatschap aanvraag kunnen doen om als zodanig te worden aangemerkt.
  5. Donateurs zijn jaarlijks een minimale geldelijke donatie verschuldigd die in het huishoudelijk reglement nader wordt bepaald. Zij ontvangen de jaarverslagen van de vereniging.
  6. Kandidaatsleden zijn zij die streven lid te worden van de vereniging.
  7. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet overdraagbaar.

Artikel 5. Lidmaatschap: toelating

  1. Als gewoon lid worden alle studenten toegelaten die zich voor het betreffende studiejaar hebben ingeschreven aan een universitaire of hbo-opleiding. Leden dienen minstens de leeftijd van achttien jaar te hebben op één september van het kalenderjaar waarin zij lid worden.
  2. Het bestuur beslist over de toelating van studenten die niet onder de categorie van lid 1 vallen.
  3. Indien de aanmelding wordt afgewezen wordt daarvan aan de aanmelder schriftelijk mededeling gedaan met vermelding van de reden(en) van de afwijzing. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
  4. Gewone leden en ereleden hebben een voorrangsrecht op het bijwonen van door de vereniging georganiseerde bijeenkomsten.

Artikel 6. Lidmaatschap: schorsing

  1. Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen.
  2. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.
  3. Het geschorste lid kan in beroep gaan tegen de schorsing bij de algemene vergadering, tijdens dit beroep blijft de schorsing van kracht.

Artikel 7. Einde van het lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap eindigt: a. door het overlijden van het lid;
    b. door opzegging door het lid;
    c. door opzegging namens de vereniging;
    d. door ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden door een schriftelijke kennisgeving, die voor het einde van het verenigingsjaar in het bezit van de secretaris moet zijn. Deze is verplicht de ontvangst binnen veertien dagen schriftelijk te bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders besluit.
  3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende verenigingsjaar geschieden door het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste vier weken, wanneer het lid op de StudSec niet ten volle aan zijn of haar verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan, alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten welke te eniger tijd door de statuten aan het lidmaatschap gesteld mochten worden. De opzegging door het bestuur kan onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap voort te laten duren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van reden(en). Het bestuur behoudt het recht om namens de vereniging een lid volgens de hierboven omschreven procedure uit te schrijven dat reeds een jaar of langer niet meer als hoofd-of bijvakstudent staat ingeschreven voor een universitaire of hbo-opleiding.
  4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het lid ten spoedigste van het besluit, met opgave van reden(en), in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen een maand na ontvangst van de kennisneming in beroep te gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit der algemene vergadering tot ontzetting zal moeten worden genomen met een normale stemming.
  5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft desondanks de eventuele jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit.
  6. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin van artikel 2:36 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek kan een lid zich door opzegging van zijn of haar lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit krachtens hetwelk de verplichtingen van geldelijke aard van de leden worden bezwaard, behoudens uiteraard het in lid 2 van dit artikel bepaalde.

Artikel 8. Bestuur: samenstelling

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie (3) personen.
  2. Indien het aantal bestuursleden onder drie (3) is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het bestuur is echter verplicht om binnen een termijn van twintig (20) werkdagen een algemene vergadering te beleggen, waarin de voorziening aan de orde komt in de open plaats of de open plaatsen.
  3. Het bestuur wordt uit en door de leden gekozen voor de periode van één (1) verenigingsjaar, met inachtneming van de bepalingen door het huishoudelijk reglement op te stellen.
  4. Elk jaar wordt er een jaarvergadering gehouden, waarin het bestuur verslag uitbrengt over de werkzaamheden in het afgelopen jaar, waarvan afschrift in het archief van de vereniging wordt gedeponeerd. In deze vergadering wordt na goedkeuring door de jaarvergadering het zittende bestuur gedéchargeerd en het nieuwe bestuur geïnstalleerd.
  5. De wijze van voordracht van het bestuur staat vermeld in het huishoudelijk reglement.
  6. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld.
  7. Indien het voorgestelde bestuur door de algemene vergadering wordt afgewezen door middel van een formele stemming volgen er twee (2) rondes van dertig (30) minuten waarin de algemene vergadering ter plekke een nieuw bestuur kan vormen en voordragen. Een voordracht wordt aangenomen door middel van een stemming.
  8. Indien beide ronden van bestuursvorming niet leiden tot instemming, organiseert het bestuur een uitzonderlijke algemene vergadering binnen twintig (20) werkdagen. Zes (6) dagen voor deze uitzonderlijke algemene vergadering kunnen zich kandidaat-besturen van minimaal drie (3) personen aanmelden bij het bestuur. Tijdens deze uitzonderlijke algemene vergadering wordt er gestemd over de besturen.
  9. Vergaderingen van het bestuur kunnen worden gehouden door het bijeenkomen van bestuurders of door middel van telefoongesprekken, "video conference" of via andere communicatiemiddelen, waarbij alle deelnemende bestuurders in staat zijn gelijktijdig met elkaar te communiceren. Deelname aan één op een dezer wijzen gehouden vergadering geldt als het ter vergadering aanwezig zijn.
  10. Een bestuurder kan zich ter vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden.
  11. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming binnen het bestuur over een onderwerp waarbij hij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie. Het besluit wordt in dat geval genomen door de overige bestuurders. In geval van een tegenstrijdig belang als bedoeld in de vorige volzin jegens alle bestuursleden of de enige bestuurder wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
  12. In geval van ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de andere bestuurders of is de andere bestuurder tijdelijk met het bestuur van StudSec belast. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of van de enige bestuurder is de persoon die daartoe door de algemene vergadering wordt benoemd tijdelijk met het bestuur van StudSec belast. Van belet is onder meer sprake: a. in geval van schorsing van een bestuurder;
    b. in geval van ondercuratelestelling van een bestuurder;
    c. indien een bestuurder, niet zijnde de enige bestuurder, een tegenstrijdig belang heeft als bedoeld in artikel 8.11, en wel voor de duur van de desbetreffende beraadslaging en besluitvorming.

Artikel 9. Bestuur: bestuursfuncties

  1. Het bestuur wijst uit zijn midden in ieder geval een voorzitter (chair), een secretaris (secretary) en een penningmeester (treasurer) aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger aanwijzen.
  2. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelingen aangaande de vergaderingen van, en de besluitvorming door, het bestuur worden gegeven.

Artikel 10. Bestuur: taak, bevoegdheden en vertegenwoordiging

  1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met besturen van de vereniging.
  2. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur zijn benoemd.
  3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
  4. De vereniging wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Voorts kan de vereniging worden vertegenwoordigd door twee bestuurders gezamenlijk.
  5. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuurders alsook aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Het bestuur kan voorts besluiten aan gevolmachtigden een titel te verlenen.
  6. Het bestuur kan van het toekennen van doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave doen bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Artikel 11. Bestuur: einde bestuurslidmaatschap

  1. Elke bestuurder, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst door middel van een formele stemming en een deugdelijke onderbouwing van de voorgestelde schorsing. Een schorsing die niet binnen drie (3) maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
  2. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts: a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
    b. door schriftelijk bedanken;
    c. door verlies van het vrije beheer over het eigen vermogen;
    d. door het verstrijken van de tijd waarvoor de bestuurder is benoemd;
    e. door een door de algemene vergadering bij formele stemming ingestemde motie van wantrouwen; een motie van wantrouwen kan te allen tijde worden ingediend door de leden mits deze ondersteund wordt door minimaal dertig procent (30%) van het aantal gewone leden berekend en door het bestuur vastgesteld per de datum van de algemene vergadering.

Artikel 12. Algemene vergadering

  1. Aan de algemene vergadering komen alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.

  2. Jaarlijks, binnen drie maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: a. de voorlopige rekening en verantwoording, bedoeld in artikel 17 met het verslag en het advies van de in artikel 17 bedoelde commissie;
    b. voorziening in eventuele vacatures;
    c. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.

  3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls als het bestuur dit wenselijk acht.

Artikel 13. Algemene vergadering: bijeenroeping

  1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur.
  2. De oproeping van de algemene vergadering geschiedt door schriftelijk bericht aan de adressen van de leden en ten minste tien (10) werkdagen voor de algemene vergadering.
  3. Bij de oproeping van de algemene vergadering worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
  4. Op schriftelijk verzoek van ten minste vijfentwintig procent (25%) van het aantal leden dat bevoegd is tot het uitbrengen van een stem is het bestuur verder verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan twintig (20) werkdagen. Indien aan het verzoek binnen tien (10) dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig lid 2 en lid 3 van dit artikel.
  5. Leden hebben het recht onderwerpen aan de algemene vergadering voor te leggen onder de volgende voorwaarden: a. het onderwerp is minimaal zes (6) dagen voor de algemene vergadering toegestuurd aan het bestuur, en
    b. bijgevoegd aan het onderwerp zit een toelichting.

Artikel 14. Algemene vergadering: toegang en stemrecht

  1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, ereleden en alle donateurs. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden. Geschorste leden en geschorste bestuursleden kunnen door het bestuur toegang verleend worden tot de algemene vergadering met betrekking tot een specifiek agendapunt.
  2. Over toelating van anderen dan in lid 1 bedoelde personen beslist het bestuur.
  3. Alle gewone leden van de vereniging die niet geschorst zijn, hebben één (1) stem.
  4. Elk gewoon lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid. Dit is alleen mogelijk op een vóór de algemene vergadering bekendgemaakt agendapunt. Elk lid kan slechts voor twee (2) volmachtgevers een stem uitbrengen.
  5. Leden van verdienste, (aankomend) kandidaatsleden, reünisten, donateurs en ereleden hebben geen stemrecht.

Artikel 15. Algemene vergadering: besluitvorming

  1. De algemene vergadering kent twee stemsystemen: a. voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met een volstrekte meerderheid van meer dan vijftig procent (50%) van de uitgebrachte stemmen. Het besluit is alleen geldig als minimaal dertig procent (30%) van het aantal gewone leden een stem heeft uitgebracht;
    b. indien de statuten of het huishoudelijk reglement verwijst naar een “formele stemming” wordt het besluit door de algemene vergadering genomen met een meerderheid van twee derden van de stemmen die voor of tegen het voorstel zijn uitgebracht. Het besluit is alleen geldig indien minimaal vijfendertig procent (35%) van de leden aanwezig is of vertegenwoordigd.

  2. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, vindt een tweede stemming plaats. Vanaf de tweede herstemming wordt telkens gestemd tussen die personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, met uitzondering van de persoon op wie bij de voorafgaande stemming het minste aantal stemmen is uitgebracht.

  3. Hebben meerdere personen het minste aantal stemmen, dan beslist het lot op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht.

  4. In het geval dat bij een stemming tussen twee personen de stemmen na twee (2) stemrondes nog steeds staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.

  5. Alle stemmingen geschieden non-verbaal door het wel of niet opsteken van een hand in de lucht of door de rug te keren (onthouding), tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Een besluit wordt bekrachtigd door de voorzitter.

  6. Alle stemmingen betreffende personen geschieden schriftelijk.

Artikel 16. Geldmiddelen

  1. De geldmiddelen der vereniging bestaan uit de contributies van de daartoe verplichte leden, uit jaarlijkse subsidies vanuit opleidingsinstellingen en overheidsinstellingen, uit entreegelden voor zover geheven, uit eventuele verkrijging ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen, en ten slotte uit eventuele andere toevallige baten.
  2. Alle leden en reünisten zijn verplicht de bij huishoudelijk reglement vastgestelde contributie tijdig te voldoen. Alle inningskosten bij wanbetaling zijn voor rekening van het debiteurslid, volgens regels te stellen bij huishoudelijk reglement.
  3. Een hoofdelijke omslag kan van de leden volgens besluit van de algemene vergadering met ten minste twee derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen alleen worden geheven voor bepaalde aangewezen doeleinden en alleen in uiterste noodzaak. Deze hoofdelijke omslag is invorderbaar op een door het bestuur te stellen datum. Ieder die lid is op de dag waarop tot het heffen van een hoofdelijke omslag door de algemene vergadering wordt besloten, is verplicht het vastgestelde bedrag te betalen.
  4. Boetes worden opgelegd op een wijze te bepalen bij huishoudelijk reglement.

Artikel 17. Jaarverslag, rekening en verantwoording

  1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
  2. Zodra mogelijk na de aanvaarding van de functie van penningmeester, dient de penningmeester, na overleg met de financiële commissie, bij de algemene vergadering de begroting in ter goedkeuring. Op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, legt het bestuur, onder overlegging van de nodige bescheiden, verantwoording af over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur. De verantwoording dient vergezeld te zijn van het verslag van de financiële commissie.

Artikel 18. Commissies

  1. Het bestuur kan één of meerdere commissies instellen en opheffen.
  2. Het bestuur stelt de taak en de bevoegdheden van de commissies vast.
  3. De leden van de commissies worden benoemd en ontslagen door het bestuur, al dan niet uit zijn midden.
  4. De commissies zijn verplicht verantwoording af te leggen aan het bestuur van de vereniging. Iedere zal toegewezen worden aan en begeleid door een lid van het bestuur.
  5. Voor iedere commissie kan door het bestuur een verantwoordelijke worden aangesteld uit zijn midden, die toeziet op het functioneren ervan.

Artikel 19. Financiële commissie

  1. Het bestuur moet een financiële commissie ter benoeming uit en door de leden aan de algemene vergadering voordragen.
  2. De financiële commissie is verantwoording schuldig aan de algemene vergadering.
  3. Het bestuur kan besluiten van de financiële commissie, welke het strijdig acht met het belang van StudSec vernietigen, behoudens beroep op de eerstvolgende algemene vergadering na de mededeling van de vernietiging van het besluit aan de financiële commissie. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het besluit vernietigd. De uitspraak van de algemene vergadering is bindend.
  4. Het bestuur kan verder, buiten de in artikel 19 lid 1 genoemde financiële commissie, andere commissies of personen belasten met een speciale taak, waarvoor het bestuur ten volle aansprakelijk blijft. Alle door het bestuur benoemde commissies en functionarissen zijn gebonden aan de aanwijzingen van het bestuur en aan het bestuur verantwoording verschuldigd. Zij dienen te worden geïnstalleerd door het bestuur op een in het huishoudelijk reglement te bepalen wijze.
  5. De in artikel 19 lid 1 bedoelde commissie kan worden verplicht bij haar aftreden verslag te doen van hun werkzaamheden aan de algemene vergadering waarvan de notulen betreffende dit verslag in het archief van StudSec wordt bewaard.

Artikel 20. Onderverenigingen

  1. Er kunnen in StudSec onderverenigingen worden opgericht, bestaande uit leden van StudSec, welke ten doel hebben in de geest van StudSec de ontwikkeling en samenwerking van haar leden op een bepaald gebied te bevorderen.
  2. Officieel erkend is een ondervereniging pas als haar bij notariële akte verleden statuten door de algemene vergadering van StudSec zijn goedgekeurd. Het verzoek tot goedkeuring dient door bemiddeling van het bestuur van StudSec te worden gedaan. Deze statuten mogen niet strijdig zijn met de statuten en huishoudelijk reglement van StudSec.
  3. Een ondervereniging houdt op officieel erkend te zijn:
    a. als de algemene vergadering van StudSec de erkenning heeft ingetrokken; en
    b. wanneer de ondervereniging de wens hiertoe schriftelijk te kennen geeft aan de secretaris van het bestuur.
  4. Aan het hoofd van een ondervereniging staat een bestuur, door en uit de leden van de ondervereniging gekozen, dat ten aanzien van zaken aangaande StudSec verantwoording verschuldigd is aan het bestuur van StudSec.
  5. In de statuten van een erkende ondervereniging dient te zijn bepaald, dat het bestuur van StudSec het recht heeft de besluiten van het bestuur en van de ledenvergadering van de ondervereniging te vernietigen, welke het bestuur van StudSec in strijd acht met het belang van StudSec.
  6. Het bestuur respectievelijk de ledenvergadering kan binnen twee maal vierentwintig uur na de mededeling van de vernietiging van het besluit aan het bestuur respectievelijk de ledenvergadering van de ondervereniging in beroep gaan bij de algemene vergadering van StudSec. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het besluit vernietigd. De uitspraak van de algemene vergadering van StudSec is voor alle betrokkenen bindend.
  7. StudSec is voor het nakomen van en het zich houden aan verbintenissen, aangegaan door officieel erkende onderverenigingen, niet aansprakelijk, behoudens haar aansprakelijkheid volgens de wet.

Artikel 21. Reglementen

  1. StudSec heeft een huishoudelijk reglement.
  2. Bij een huishoudelijk reglement kan al datgene geregeld worden, waarvan een nadere regeling gewenst wordt geacht. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten, die in strijd zijn met de wet of de statuten.
  3. Het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door de algemene vergadering, met dien verstande dat de eerste versie van het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld door het bestuur. Het in artikel 23 bepaalde omtrent statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op het vaststellen en wijzigen van een reglement.
  4. Een besluit tot het vaststellen en wijzigen van een reglement komt tot stand aan de hand van een formele stemming.
  5. De vereniging kan een reünistenreglement hebben, dat niets mag bevatten in strijd met de statuten, wordt door de algemene vergadering vastgesteld en gewijzigd. Het bepaalt nader de rechten en plichten aangaande de reünisten en alles wat de huishouding van het reünistlidmaatschap van StudSec raakt.

Artikel 22. Rechtspraak

  1. Het bestuur als rechtsprekend orgaan in eerste aanleg spreekt recht bij inbreuken op het algemeen belang van StudSec, volgens regels te stellen bij huishoudelijk reglement.
  2. Belanghebbenden kunnen binnen twee maal vierentwintig uur na de openbare uitspraak in beroep gaan bij een door de algemene vergadering benoemd rechtsprekend orgaan, bestaande uit drie (3) tot maximaal vijf (5) leden in hoogste aanleg middels een schriftelijk gemotiveerde aanvraag.
  3. De algemene vergadering kan als belanghebbende in beroep gaan bij het door de algemene vergadering benoemd rechtsprekend orgaan, tijdens de eerstvolgende algemene vergadering na de mededeling van de beslissing van het bestuur als rechtsprekend orgaan in eerste aanleg middels een schriftelijk gemotiveerde aanvraag. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft de beslissing van het bestuur van kracht. De uitspraak van het door de algemene vergadering benoemd rechtsprekend orgaan als rechtsprekend orgaan in hoogste aanleg is bindend.

Artikel 23. Statutenwijziging

  1. Wijziging van deze statuten geschiedt op voorstel van het bestuur of van ten minste vijfentwintig procent (25%) van het aantal gewone leden, afgerond op een lid naar boven.
  2. Zij kan alleen plaatshebben op een algemene vergadering met twee derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen, samen vormend ten minste de helft van het aantal leden. Indien niet het vereiste aantal leden aanwezig is, kan ten minste twee dagen later op overeenkomstige wijze een tweede vergadering worden belegd, waarin het voorstel tot wijziging der statuten met twee derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen dient te worden aangenomen.
  3. De voorgestelde wijzigingen moeten ten minste zeven dagen tevoren schriftelijk bekend zijn gemaakt. De wijzigingen treden niet in werking, dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is het bestuur bevoegd.

Artikel 24. Ontbinding

  1. De vereniging kan alleen worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering.
  2. Het bepaalde in artikel 23 lid 1 en 3, behoudens de tweede zin van artikel 23 lid 3, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een voorstel tot ontbinding van StudSec. Zij kan alleen plaatshebben op een algemene vergadering met twee derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen, samen vormend ten minste tachtig procent (80%) van het aantal leden. In geval van ontbinding bepaalt het bestuur na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering de bestemming van het eventuele batig saldo en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van StudSec.
  3. Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit van ontbinding lid waren. Ieder van hen ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.

Artikel 25. Slotbepalingen

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
  2. Onder schriftelijk wordt verstaan een middels enig gangbaar communicatiemiddel, daaronder begrepen elektronisch, aan een ander gerichte verklaring of verzoek.